Het eerste grote deel van de Veda’s heet karma kāṇḍa. Hierin staat beschreven hoe te leven, hoe de dharma te volgen om te groeien als mens. De aanwijzingen van de karma kāṇḍa leveren levenskunst op van hoog niveau. Waarom? Omdat het voorbereiding is op de kennis van de upaniṣad, die de zoeker zijn vrijheid doet inzien.
Het woord upaniṣad kan op twee manieren worden uitgelegd. Een diepe, geïmpliceerde betekenis (lakṣyārtha) en een meer letterlijke betekenis (mukhyārtha of vācyārtha). Dit is typisch voor vedānta.
De diepe betekenis is als volgt: Upa betekent, dat wat het meest ‘nabij’ is. Wat is het meest nabij? Het zelf van de zoeker, ātmā, die identiek is aan Brahman. Het stukje ṣad komt van de wortel ‘sad’, wat ’te niet doen’ betekent. Wat wordt opgeheven? De geopenbaarde kennis van de upaniṣad heft, indien goed uitgelegd door een leraar, de onwetendheid van mijn ware natuur als bewustzijn op. Het tussenvoegsel ‘ni’ staat voor niścaya, staat dat goed-verwezenlijkte kennis voorgoed de persoon laat inzien dat hij puur bewustzijn is. Na kennis is de jñānī voorgoed vrij. Dan wordt de definitie: Dat wat voorgoed (ni, onwetendheid) verwijderd (sad) van (mijn ware natuur) als dat wat het dichtst dichtbij is (het zelf, ātma). Niet de woorden van de upaniṣad bevrijden, maar de zelfrealisatie van de diepere betekenis van de woorden.
De letterlijke betekenis (mukhyārtha of vācyārtha) van het woord upaniṣad is als volgt: Dicht (upa) neer (ni) zitten (sad) (bij de guru, die de waarheid van upaniṣad uitlegt).
Meestal worden in vedānta de tien upaniṣads gebruikt, waar Ādi Śaṅkara commentaar (bhāṣya’s) op heeft geleverd, een uitleg waar tot op vandaag de dag op wordt teruggegrepen in de moderne vedānta. Deze heten de mukya upaniṣad’s. Dit zijn ze met de veda waarin ze staan:
ṛgveda: aitareya
sāmaveda: chāndogya en kena
yajurveda: īśāvāsya, taittirīya, bṛhadāraṇyaka, en kaṭha
atharvaveda: māṇḍūkya, muṇḍaka, en praśna
Elke upaniṣad gebruikt andere methodieken (prakriyā) om tot zelfkennis te komen. Dit maakt de teaching van vedānta compleet. Drie redenen hiervoor. Onwetendheid heeft vele facetten, dus moet er ook van alles ontmanteld worden. Ten tweede kan het per persoon verschillen welke methodiek goed bij haar of hem aansluit. De derde reden is dat iemand als Ādi Śaṅkara wilde aantonen dat alle methodieken van vedānta tot dezelfde consistente waarheid leiden.
Om de betekenis van de upaniṣad te begrijpen en te verinnerlijken heb je een leraar nodig, die de betekenis van de upaniṣad van haar of zijn leraar kreeg onderwezen.
- upanishadBondige teksten waarin de kennis van de non-duale waarheid is geopenbaard. Het vormt de kennissectie (jñāna kāṇḍa) aan het einde van elke Veda. Vandaar vedānta, het einde (anta) van kennis (veda).